Koken op inductie wint steeds meer terrein en zal, mede vanwege het duurzame karakter, dé kookmethode van de toekomst zijn. Maar waarom is dat? Wat zijn de verschillen tussen koken op inductie en gas? In dit artikel wordt meer informatie gegeven over deze verschillen en waar je op moet letten als je gebruik maakt van inductie.
Bij inductie koken wordt gebruik gemaakt van een elektromagnetisch veld. Doordat de pan op de de inductiekookplaat wordt geplaatst, ontstaat er energie tussen de bodem en de kookzone. Deze energie verwarmt de pan en zijn inhoud. Zodra je de pan van de kookplaat haalt, wordt het elektromagnetisch veld onderbroken en stopt de warmteafgifte. Bij gas ligt dat compleet anders. Zodra je het gas aansteekt komt de energie vrij. De pan wordt op de energiebron geplaatst en wordt hierdoor verwarmd. De energiebron zal zich niet aanpassen aan de grootte van de pan. Bij inductie gebeurt dit wel. Sterker nog, 80-90% van de energie wordt bij koken op inductie omgezet in warmte. Bij gas ligt dit percentage vele malen lager, namelijk 50-60%.
Bij gas gaat dus (bijna) de helft van de energie verloren. Ook zal de levering van gas in de toekomst steeds problematischer worden. Men verwacht dat hierdoor ook de prijzen zullen stijgen. Geen wonder dat energieleveranciers koken op inductie toejuichen. Het is simpelweg duurzamer en zeker in combinatie met groene energie kun je spreken van een win-winsituatie.
Een ander groot voordeel van koken op inductie is de veiligheid. Niet alleen het feit dat er geen warmteafgifte meer is zodra de pan van de kookzone wordt gehaald, ook het risico op "vlam in de pan" is kleiner. Het vuur van een gaspit kan om de pan heen branden. Hierdoor kunnen spetters ervoor zorgen dat een vlam in contact kan komen met de inhoud van de pan. Bij inductiekookplaten is dit risico nagenoeg uitgesloten. Er is immers geen open vuur.
Vanwege het minimale warmteverlies gaat koken op inductie sneller dan op gas. Dit is in het begin wel even wennen, je zult sneller klaar zijn met het bereiden van de maaltijd. Het kan dus voorkomen dat de eerste op-inductie-gekookte maaltijden wat "gaarder" zijn dan gebruikelijk. Na een gewenningsperiode (hooguit een week) zal je geen verschil in smaak meer ontdekken.
Een nadeel als je op inductie gaat koken is dat je moet investeren in een nieuwe pannenset. Pannen die op andere warmtebronnen zijn gebruikt, zijn ongeschikt zijn voor de inductiekookplaat. Ook heeft een inductiekookplaat meestal een aparte 3-fasen groep nodig. En als laatste moet worden vermeld dat er - door het elektromagnetische veld dat ontstaat - voorzichtigheid geboden is als de kok een pacemaker of ICD heeft. Zorg altijd voor minimaal een armlengte afstand.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
